Begin dit jaar zijn wij als CoralGardening uitgenodigd door Border Sessions om mee te doen aan het Tech Culture Festival van 2018. Het is een 4-daags evenement waarin allerlei maatschappelijke vragen de revue passeren. Dit heeft een zeer wijde range van natuur, sociale misstanden tot inpassing van nieuwe technologie in de maatschappij. Niet alleen worden de vragen gesteld en gepresenteerd; in 30 verschillende labs wordt geprobeerd om met de deelnemers ook deze vragen te beantwoorden met praktische oplossingen.
CoralGardening is gevraagd met uitdagingen te komen voor het Ocean Floor Engineering Lab op 15 juni. Je kan wel zeggen, op ons lijf geschreven. Tijdens een bijeenkomst hebben we daarvoor enkele voorzetten gedaan en is Border Sessions daarmee aan de slag gegaan. Belangrijk element van de labs is namelijk dat er een variatie van specialisten komt opdagen die daadwerkelijk met praktische en realistische oplossingen komen. Daarbij zijn er per lab ook enkele specialisten die een kleine presentatie geven als startpunt voor het lab. Deze mensen moeten uiteraard worden gevonden en uitgenodigd.
In ons lab zijn er uiteindelijk drie onderwerpen opgenomen. Ingebracht door WWF-NL de vraag hoe ze economisch verantwoord oesterbedden kunnen aanleggen in de Noordzee. Deze oesterbedden zijn door visserij en andere oorzaken sterk verminderd. Ze hebben echter een belangrijke rol in het ecosysteem van de Noordzee. Met alle nieuwe windmolenparken ziet het WWF-NL een mooie kans om, beschermd van de visserij, nieuwe oesterbanken te gaan aanleggen tussen de windmolens. Vraag hierbij is hoe dat te doen zonder enorme bedragen in subsidies.
CoralGardening heeft twee vragen ingediend. Ten eerste, hoe kan 3-D printen worden ingezet bij het maken van kunstmatige riffen. Ten tweede de vraag of er een draagbaar lab, denk aan één koffer, kan worden ontwikkeld waarmee koraal kan worden gekweekt op basis van seksuele voortplanting.
Het lab begon met drie presentaties, één van onze eigen voorzitter, Frank van Klaveren, over CoralGardening, koralen in het algemeen en wat de problemen zijn en welke oplossingen er nodig zijn. Vervolgens kwam Enrico Dini aan het woord, een Italiaan die een 3D-printer heeft ontwikkeld waarmee met eenvoudige materialen zoals als zand en klei complete huizen kunnen worden geprint. Tot slot presenteerde Michaël Laterveer, een Nederlander die voor baggerbedrijf Van Oort een professioneel koraal kweek lab heeft ontwikkeld.
3D-printen en kunstmatige riffen, hoe dat te combineren? De groep die zich hier mee bezig hield kwam al vrij snel tot te conclusie dat het daadwerkelijk printen van onderdelen te langzaam, omslachtig en vooral ook duur zou worden. Maar het voordeel van een stel ter zake kundige creatievelingen bij elkaar is dat er al snel alternatieven komen. Uiteindelijk is men uitgekomen op het maken van mallen voor betonnen elementen. De toegevoegde waarde van 3D-printen hierbij is dat je een grote variatie aan complexe mallen kan maken. Hiermee kan je garanderen dat er voldoende gaten en hoeken in komen waar koraal en de bijbehorende vissen goed kunnen schuilen. Ook heeft men een ingenieus bouwproces bedacht waarmee verschillende elementen, door ze in elkaar te schuiven, uiteindelijk kunnen uitgroeien tot een compleet rif. Door deze elementen niet te groot te maken kunnen ze door een enkele duiker worden meegenomen. Hierdoor wordt het heel makkelijk om bezoekers mee te laten helpen aan het bouwen van een rif. Vele handen maken tenslotte licht werk.
Een draagbaar lab voor het kweken van koraal voor een lage prijs. Dit was het onderwerp wat mij het meeste aansprak. Al had ik wel mijn twijfels want het lab ontwikkeld door Michaël bestaat uit drie zeecontainers en kost een miljoen euro. Groot was daarom mijn opluchting toen ik vroeg of onze wensen mogelijk zijn Michaël met een stellig “Ja natuurlijk” antwoordde. Uiteindelijk is de vraag hoe ambitieus je doelstellingen zijn. Bij Van Oort was dit een hele grote schaal en gegarandeerd succes in één keer aangezien de tijdsspanne van een project zo kort mogelijk moet zijn. Ben je tevreden met een kleinere schaal en een kans op mislukken, dan worden de eisen direct een stuk eenvoudiger. Uiteindelijk hebben we het onderverdeeld in een framework, ofwel alle dingen die met lokale materialen en arbeid in elkaar gezet kunnen worden. Denk aan de kweek-basins en een dak voor voldoende schaduw en nog wat van dat soort dingen. En voor het lab zelf heb je een waterpomp met waterfilter systeem
nodig, een luchtpomp voor zuurstof toevoer en de nodige meetapparatuur zoals temperatuur, zuurgraad meter, zuurstof meter etc. Al met al redelijk makkelijk te ontwerpen. Mijn doel is nu te zoeken naar een universiteit of hogeschool die hier een studentenproject van wilt maken en dan daadwerkelijk een koffer klaar hebben voor ons project in Indonesië.
Wordt vervolgd,
CoralGardening
Arjan Blaauw